logo_klara

logo

De Liefhebber met Lucette Verboven

Katelijne Boon duikt in de muzikale herinneringen en platenkast van auteur en televisiemaker Lucette Verboven.

lucette_verboven

Auteur en televisiemaker Lucette Verboven is Licentiate in de Germaanse Filologie (KU Leuven). Zij geniet grote bekendheid als auteur, interviewer en programmamaker voor het televisieprogramma ‘Braambos’, het christelijke levensbeschouwelijke programma dat tot januari 2016 op Eén en Canvas liep. Voordien gaf ze Nederlands aan het Amandina College in Herk-de-Stad, waar ze een schooljaar redde met voorlezen uit ‘The Quest of the Holy Grail’. De hoofse literatuur behoort samen met Dostojevski, de presocratici en Hildegard von Bingen tot haar favoriete literatuur.

Daar in Herk-de-Stad, kreeg ze tijdens een cursus filosofie bij professor Libbrecht de raad om met meditatie te beginnen. “Wat ik ook deed, hoe groot het applaus ook was, steeds was er die leegte, die ondragelijke leegte.” Die meditatie in de Nederlandse trappistenabdij van Zundert was haar “Paulus”-moment , bracht haar in contact met het spirituele. Ze gooide haar leven over een heel andere boeg, met die zoektocht naar het spirituele als leidraad. Gesprekken en interviews vormden de rode draad.

Beluister hier het programma “de liefhebber” op Radio Klara

Luister hier naar Rik Ghesquière op de Nederlandse Radio

my take on VICTOR

a new work created by jan martens and peter seynaeve in a Campo production.
a duet for a boy and a man.

with viktor caudron and steven michel
produced by campo, coproduced by frascati, ICKamsterdam, TAKtdommelhof and JAN
supported by zuidpool

Music by Gospodi

Bekijk hier de video-fragmenten
https://vimeo.com/81623037
https://vimeo.com/67441416

logo_deredactie

logo

“Kid”, “Offline” en “Natasha” zijn in de prijzen gevallen tijdens het Internationaal Filmfestival van Aubagne in Frankrijk. “Kid” van Fien Troch kreeg zowel de Grote Prijs van de Jury als de Prijs voor Beste Muziek (voor Senjan Jansen), terwijl “Offline” van Peter Monsaert de Prijs voor Beste Scenario won. Daarnaast won “Natasha” van Roman Klochkov de Prijs voor Beste Korte Animatiefilm. Lees meer…

Bezoek de pagina van De Redactie: “KID” bekroond tijdens Filmfestival Aubagne voor beste soundtrack.

Culture

U.S. Tour Gospodi

07/27/2012
07/30/2012
08/01/2012 

Vermont & New York

Link to original article: http://www.flandershouse.org/gospodi-us-tour-2012

Since 30 years the vocal quartet Gospodi has become a landmark in Belgium and Europe: four male voices that sing the mystical a cappella psalms, hymns and prayers of the Slavic-Byzantine churches in an atmosphere of simplicity and tenderness.
Great choral works by composers such as Tchaikovsky, Bortniansky and Arkhangelsky are performed by Gospodi in quirky and subtle harmonies inviting their listeners to concede to meditation and … silence.

The meticulous selection of compositions required diligent research in a religious world that wasn’t always easily accessible. In the course of dominating the pronunciation, translating the liturgical texts and correctly interpreting the music, Gospodi closely got to know Slavists, priests and monks who were able to assist and advise Gospodi in these matters.

Since 2005, the quartet is composed of Pieter Stevens (alto), Michaël Wittoek (tenor), Wenceslaus Mertens(baritone) and Frederik Meireson. Gospodi performs on a regular base in Belgium and abroad and has published four cd’s over the last few years. In 2012 Gospodi recorded the soundtrack of the film “Kid” by the Flemish scriptwriter-director Fien Troch.

In Church Slavonic, “Gospodi” means “Lord”. The “Gospodi pomiluy”, “Kyrie eleison” or “Lord, have mercy” also known as the “Jesus prayer” plays an important role in the Byzantine Liturgy, as a way of the people to continuously invoke God and to participate in the prayers said by the deacon or priest.

The logo of the Gospodi quartet is a graphical representation of the famous Trinity Icon, painted around 1425 by Andrei Rublev. The icon is also referred to as “Hospitality of Abraham” and is based on the Biblical story in which the Lord, in the form of three angels, visits the Prophet Abraham and his wife Sarah (Genesis 18). This icon is considered to be the perfect representation of God: three angels, who represent the Inconceivable as the Father, the Son and the Holy Spirit.

The oldest hymns of the 4th Century Byzantine Christians were performed unaccompanied and in unison. They sounded similar to the Gregorian chants in the Western Church. From ca. 1300, the orthodox hymns, influenced by the rising western polyphony, gradually became harmonized. In Greece, this was limited to singing along the supporting bass note with an occasional harmonizing effect. In Russia, three- or four-part pieces were sung in a style that remarkably matched the interior of the churches with their magnificent candlelit icons and frescos.

The Gospel of John: “In the beginning was the Word, and the Word was with God, and God was the Word.” inspired the belief of the Eastern Christians that the Word of God could only be interpreted through the human voice, which is why Byzantine church music is performed unaccompanied to this day.

The seclusion and especially the silence of monasteries lead to the development of “the Word being sung”: the psalms and hymns that epitomized Byzantine rite and that later inspired composers such as Bortnjanski, Rimsky-Korsakov, Tsjaikovski and Rachmaninov to contribute to the Slavic Orthodox choral music.

Gospodi takes on the challenge to give the impressive, harmonized choral compositions a personal form and singing style. The austere and simple musical setting contributes to a subtle part-song and creates an aura of inner tranquillity. Also, the circular placing of the singers increases the possibility to continuously explore one another’s vocal differentiations and the deliberate moments of silence during the performance constitute an important part of the concerts and enhance the contemplative atmosphere.

Tour dates:

– Colchester, VT – Chapel of Saint Michael the Archangel (Saint Michael’s College): July 27 at 7pm

– Weston, VT – Church on the Hill: July 30 at 8pm

– New York, NY – Church of the Holy Innocents: August 1 at 7pm

Peter Thomas componeerde voor Gospodi


Peter Thomas

De Vlaamse componist Peter Thomas (°Aalst 1961) componeerde “Drie Psalmen voor de dagsluiting“: psalm 4, psalm 91 en psalm 131.

Deze triptiek werd speciaal geschreven voor en opgedragen aan Gospodi. De teksten die op toon werden gezet zijn een hertaling door Piet Thomas (°Aalst 1929) van de oorspronkelijke psalmteksten.

De werken werden voor het eerst uitgevoerd tijdens een concert in het kader van het muziekfestival Mazzic4 op 27 november 2011.

Peter Thomas over ‘Drie Psalmen voor de dagsluiting’:

“Toen de keuze voor MAZZIC 4 ondermeer op Gospodi viel, kwam de wederkerige vraag om voor dit mannenkwartet iets te componeren. Aangezien Gospodi georiënteerd is naar Russisch-orthodoxe muziek moest het nieuwe werk in elk geval op deze basis geënt zijn.
Maar wat gedaan als je geen Russisch begrijpt, en als je niet het nut inziet om in een stijl te schrijven waarmee je vanuit je eigen cultuur geen affiniteit hebt?
Twee besluiten lagen snel vast. Het uitgangspunt zou een religieuze tekst zijn en de muziek diende kenmerken te bevatten van de Russisch-orthodoxe stilistiek.

De 1500 jaar oude Regel van de heilige Benedictus, waarop generaties kloosterlingen, maar ook hedendaagse managers, leidinggevenden of psychotherapeuten zich baseren in hun zoektocht naar een evenwichtige levenshouding voor henzelf en hun omgeving, werd de leidraad in de keuze van de teksten. Bij de completen, de gebedsdienst voor de dagsluiting in kloostergemeenschappen, vraagt Benedictus om af te sluiten met drie psalmen: de psalmen 4, 91 en 134. Mijn oom, Piet Thomas, publiceerde in 2004 een hertaling van de 150 psalmen. Onnodig te zeggen dat de verleiding groot was om voor deze hertaling te kiezen.
Vanaf dit moment wisten de “mannen” van Gospodi dat ze zich in een avontuur gestort hadden. Dat was de eerste uitdaging.

Zoals al vermeld voelde ik er niets voor om in een Russisch-orthodoxe stijl te componeren. Maar een aantal typisch stilistische kenmerken bleken wel bruikbaar: de grote tertstoonaard (vertegenwoordigd in 95% van alle Russisch-orthodoxe muziek), de veelvuldige parallelle tertsen in de bovenstemmen, de recitatieve passages, de maatloosheid en de homofone schiftuur. Deze parameters werden geïntegreerd in een tonaal-modale taal (soms ook bitonaal), doorweven van contrapuntische technieken, een kleurrijke dissonant-consonant-werking en een enkele keer ook een ritmisch zijsprongetje.
Dit was de tweede uitdaging voor de uitvoerders.

Achteraf bekeken ben ik tevreden met deze keuzes. Ze leidden tot boeiende conversaties met de uitvoerders, gedurfde beslissingen en oprechte getuigenissen van diepe emoties.”

Bezoek op YouTube Gospodi op RING-TV (NL)

Beluister hier de voorstelling van de nieuwe Gospodi CD voor op Radio2 (NL)

Gospodi’s first visit to the U.S.

The Gospodi visit to the State of Vermont in October 2008 was the first concert trip the ensemble undertook outside Europe. The quartet has been invited by the Faculty of Theology of Saint Michael’s College in Colchester (VT). There, Gospodi graced among other a conference that had “silence and contemplation” as a theme. The ensemble wishes to thank professor Edward J. Mahoney for his initiative and perseverance to make the Gospodi trip to the USA happen.

Aalsters ensemle Gospodi naar Amerika

Van 16 tot 21 oktober onderneemt het Aalsterskwartet ‘Gospodi’ een concertreis naar Amerika.

Het kwartet is al 26 jaar gespecialiseerd in demystieke gezangen van de Slavisch-Byzantijnsekerken en bestaat sinds 2005 uit Pieter Stevens(altus), Michaël Wittoek (tenor), Wenceslaus Mertens(bariton) en Frederik Meireson (bas).

Met zijn eenvoudige sacrale gezangen wil Gospodi in onze drukke wereld de luisteraars telkens weer meenemen op een tocht die leidt naar innerlijke verstilling en naar de kern van ons wezen.

Het bezoek van Gospodi aan de staat Vermontbrengt het ensemble voor de eerste keer buiten de grenzen van Europa. Het kwartet wordt er onder meer uitgenodigd door de theologische faculteit van het Saint Michael’s College in de stad Colchester in het kader van een congres over stilte en contemplatie.

image001

De vocale a capella muziek die wordt uitgevoerd door het ensemble Gospodi vindt haar oorsprong in de Byzantijnse liturgie en de Slavische koortraditie. Het zijn meestal psalmen, hymnen en gebeden in het Oud-Slavisch, rijk aan bijbelse en theologische symboliek.

De invloed van de Abdij van Chevetogne op het bestaan van Gospodi is ook onmiskenbaar. Door de jaren heen onderhield Gospodi hartelijke vriendschapsbanden met de monniken van deze bijzondere abdij.

image003

Het koor van de monniken van Chevetogne, dat echter nooit optreedt buiten de kloostermuren, werd door de jaren heen gerenommeerd om zijn vakkundige uitvoering van de Byzantijnse liturgische muziek.

‘Gospodi’ is in hetOud-Slavisch de aanroepende vorm van God en betekent’O Heer’. Als dusdanig komt deze aanroeping vaak voor in de Slavisch-Byzantijnsegezangen.
Hoewel Gospodi meestal niet in een liturgische context optreedt, is een avond met Gospodi nooit zomaar een concert. Het kwartet verkiest bijvoorbeeld een sacrale ruimte eerder dan een concertzaal, sober kaarslicht eerder dan elektrisch kunstlicht en het tracht allerlei afleidende stoorzenders tot een minimum te beperken.

Het is een uitdaging voor Gospodi om de meerstemmige en imposante koorwerken om te buigen naar een eigen vorm en zangstijl. De keuze voor een sobere en eenvoudige toonzetting draagt bij tot een subtiele samenzang en een sfeer van innerlijke verstilling.

Bij het zingen staan de vier zangers van Gospodi met het aangezicht naar elkaar toegekeerd, het centrum leeg latend. Deze opstelling in cirkelvorm vergroot de mogelijkheid tot het continue aftasten van elkaars stemnuances.

Van de drie cd’s die het ensemble produceerde, werden er circa 30.000 verkocht in eigen land en ver daarbuiten. Inmiddels verwierf Gospodi grote naambekendheid in België, Nederland en Frankrijk.

Het volgende concert van Gospodi in Aalst is op 8 november om 19u30 in de Jezuïetenkerk in het thema van 5 jaar Emmaüs.

ZANGERSKWARTET GOSPODI  TOERT WEER ROND

 

HET SONORE GELUID VAN DE STILTE

______

DIRK HANSSENS

Slavisch-byzantijnse gezangen stammen uit de Orthodoxe Kerk. Ze verlenen de oosterse liturgie een mysterievolle gloed die tot verstilling en vervoering leidt. Maar ook buiten hun liturgische kader stimuleren deze hymnen en litanieën een innerlijke ontdekkingsreis waaruit men als nieuw geboren wordt. Het kwartet Gospodi slaagt er wonderwel in deze unieke ervaring bij zijn westerse luisteraars op te wekken.

 

Gospodi is al een tijdje prominent aanwezig in het alternatieve circuit van de religieuze a capella muziek. De discografie van het ensemble liegt er overigens niet om. De positieve receptie van de handvol cd’s die het kwartet in een tijdspanne van ruim twintig jaar op de markt bracht, bewijst althans dat het harmonieuze vocale geluid van Gospodi wel degelijk een leemte heeft gevuld die door vele rusteloos zoekende muziekliefhebbers als pijnlijk werd ervaren. “Een openbaring van verbluffend nauwgezette samenzang”, “een zeldzame productie die verrast door zijn puurheid en eerlijkheid” en “een cd als een exotische gebedskrans die de weergaloze stilte van God hoorbaar maakt” – de stemmen van de pers klonken al even homo-geen lovend als de door het kwartet zelf uitgevoerde oorspronkelijk vierstemmige werken of speciaal door hen herschreven passages uit imposante koorwerken van Rachmaninov, Tsjaikovski, Bortnjanski of Cesnokova.

Toch bleven de fans van Gospodi de voorbije vijf jaren op hun honger zitten. De vijfde cd kwam maar niet. Bovendien kondigde geen enkele concertagenda nog optredens aan van de tenoren Herman Elegast en Jos Simal, de bariton Guido Cassiman en de bas Paul Nieuwdorp. Tot dan plots in het najaar van 2005 de byzantijnse feniks uit zijn as herrees, met dezelfde naam Gospodi, eenzelfde mystieke geluid dat ontroering en verstilling in zich draagt, een-zelfde gereserveerde houding van de zangers tijdens de uitvoeringen. Alleen de leden van het gezelschap luisterden naar andere namen. Vandaag bestaat het kwartet uit Pieter Stevens (alt), Michaël Wittoek (tenor), Wenceslaus Mertens (bariton) en Frederik Meireson (bas). Nog geen vijfde cd in het verschiet – maar als het van de nieuwe leden van het vocale ensemble afhangt, zullen de hervatte audities er ooit wel eens hun volgende bekroning in vinden.

 

Jullie lossen gewoon de wacht af?

    “Blij dat u het zo opvat. En zo zien we het ook zelf. Wij ervaren een grote continuïteit met het project van de Gospodi-vertolkers van het eerste uur. Tijdens dezogenaamde ‘afwezigheid’ van Gospodi bleef de werking van het ensemble trouwens onverminderd gaande. De nauwe betrokkenheid van de stichters heeft ertoe geleid dat we noch van een comeback, noch van een Gospodi-nieuwe stijl kunnen spreken. Anders gezegd, de grondige wissel in de samenstel-ling van het kwartet heeft een naadloze overgang niet in de weg gestaan. En dat is een goede zaak. De essentie van ons project wordt erdoor onderstreept. Met uitvoeringen van byzantijn-se hymnen en recitatieven zetten wij immers niet ons individuele persoontje in de kijker, maar vertegenwoordigen wij een eeuwenoude traditie die de naam van de Eeuwige centraal stelt.”

 

Daar verwijst dan ook de naam van jullie ensemble naar.

    “Precies. ‘Gospodi’ is in het Kerkslavisch de aanroepende vorm van God. Het betekent zoiets als ‘o Heer’. Elke auditie en elke uitvoering vangen aan met het zingen van de litanie ‘Gospodi pomiluj’, een soort Jezusgebed of Kyrie-aanroeping – ‘o Heer, heb erbarmen’ – die een vaste plaats heeft in de liturgie van het feest van Kruisverheffing. Die korte smeekbede zingen we maar liefst honderd keer na elkaar, zodat de luisteraar rustig de tijd vindt om in te treden in de mystieke ruimte die met het repetitieve gezang ontsloten wordt.

De successief verlaagde – en naar het einde van de litanie weer verhoogde – toon waarmee de openingszin herhaald wordt, symboliseert overigens de gemoedsbeweging waaraan nie-mand ontkomt bij het geduldig doorlopen van een spirituele zoektocht. Er is een afdalen naar de intieme kern, naar het binnenhuis van de hunkerende mens, én er is een ultieme opvlucht in woordeloos en onuitsprekelijk begrip naar een hoger ‘iets’, een mysterie dat zich meestal in volstrekte stilte openbaart. Misschien kunnen we wel stellen dat de litanie waarmee we de goede luisterhouding willen creëren, tegelijk fungeert als de auditieve versie van het labyrint op de vloer van middeleeuwse gotische kerken.”

 

Jullie optredens zijn dus vanzelf ook een stuk liturgie?

    “Zo worden ze inderdaad ervaren door de toehoorders. Maar de audities zijn natuurlijk geen liturgische diensten strictu sensu. Wel brengen we gezangen die in de goddelijke liturgie thuishoren of die er rechtstreeks naar verwijzen. Dat houdt in dat we ons programma telkens weer aanvatten vanuit een sterk bewustzijn van de essentie van de liturgie.

 

Wat betekent dat concreet?

    “Dat we erop bedacht zijn geen ballast toe te laten in wat we doen. Ook het verlangen iets concreet te duiden, is een vorm van ballast. In die zin past de term ‘concreet’ helemaal niet bij het project van Gospodi. We zingen totdat de muziek deel wordt van onszelf en we geven het gezang – waarover we niet kunnen beschikken als over een eigendom – uiteindelijk weer af aan de stilte. Misschien is die stilte wel de mooiste erkenning van het feit dat het niet aan ons vermogen ligt dat het muzikale werk zijn impact heeft op de toehoorder, maar aan de kracht die in de muziek zelf ligt. Wij zijn slechts instrument. Zegt de liturg ook niet dat een voor-ganger alleen het gevoelen voor het mysterie bij de gelovigen kan opwekken wanneer hij er op de een of andere manier in slaagt kenbaar te maken dat het werk waaraan hij zich toewijdt een goddelijke oorsprong heeft?

Maar goed, concrete zaken zoals het spaarzame licht van de kaarsen waarin we optreden, het neutrale zwart van onze kledij en de afwezigheid van programmaboekjes met vertaalde teksten – die toch alleen maar afleiden van de essentie – helpen uiteraard ook om een sfeer te scheppen waarin de gevoelswaarde primeert op het verstandelijke inzicht. Wil men een ge-wijde sfeer, dan luistert het soms heel nauw in wat men doet of laat.”

 

Jullie kenmerkende opstelling in een cirkel is daar ook een voorbeeld van?

    “Wij richten ons inderdaad nooit met het aangezicht naar het publiek. Als we de luisteraars tot stille beroering kunnen brengen, dan slechts bij de gratie van de stilte die we ook zelf eerst op het spoor zijn gekomen door elkaar haast lijfelijk af te tasten nog vooraleer de eerste noot is gezongen. Dat kan dus alleen wanneer we een kring vormen zoals gebruikelijk bij de ortho-doxe monniken – het midden leeg van storendeffectbejag maar wel vol van onnaspeurlijke dynamiek waarmee de tedere sound van de vocale muziek zal worden opgebouwd.

Eenmaal vertrokken voor een hymne, blijkt die opstelling bovendien noodzakelijk om via gedurige interactie precies die nuances en subtiliteiten uit te buiten die de innerlijke gloed van de muziek nog beter tot zijn recht laten komen. Tot slot heeft die opstelling van ons ook zijn technische betekenis. Uit het centrum van onze kring stijgt een klankzuil op die zich ver-plaatst naar de gewelven van de kerk, waartegen het geluid zich vervolgens verstrooit over de gehele ruimte. Zo ontstaat een soort ontmoetingsruimte waarin zangers en toehoorders door de ervaring van het ‘numineuze’ tot een onvatbare symbiose komen.

Eigenlijk sleuren we het publiek mee in de zoektocht die op het moment zelf van de uit-voering zijn wendingen en draaiingen kent. Onze cirkel bewaart dus een openheid voor al wie er graag zijn voordeel mee doet.”

 

Vrezen jullie dan niet dat de toehoorders – vooral ook door de afwezigheid van enige duiding in de vorm van bindteksten tussen de onderscheiden gezangen – alleen maar tot een soort onpersoonlijke of vage mystieke beleving worden opgewekt, iets wat zich on-mogelijk kan vinden met het byzantijnse accent op de persoonlijke ontmoeting met de drie-enige God?

    “Als dat het geval zou zijn, dan merkten we het wel aan de manier waarop de toehoorders de stille momenten tussen de litanieën beleven. Omdat we zelden de indruk krijgen dat die ogenblikken de luisteraar overvallen als ondraaglijk en oorverdovend ‘lawaai’, achten wij de kans op een persoonlijke ontmoeting heel reëel. Echte stilte die men voor geen geld ter wereld wil verstoren met banaliteiten zoals applaus of gekeuvel met de buurman, kan immers nooit onpersoonlijk van aard zijn. Het is een stilte die gekenmerkt wordt door de eeuwige beweging van liefde – een dynamiek die overigens ook een visuele uitdrukking vindt in de ongeëvenaar-de triniteitsicoon van Roeblov.”

 

    De keuze voor een gestileerde weergave van die icoon als logo van Gospodi is dus wel-overwogen?

“De triniteitsicoon verbeeldt een oudtestamentische passage uit de Abraham-cyclus, het verhaal met name van het bezoek van drie mannen bij de eik van Mamre waaronder de aarts-vader zijn tent had opgeslagen. Abraham had er geen vermoeden van dat hij drie engelen ont-ving. Toch sloofde hij zich uit alsof hem de eer te beurt viel Jahweh zelf te mogen bedienen. Hij bood gastvrijheid aan. Pas later groeide het inzicht omtrent het bijzondere karakter van de toevallige ontmoeting. Dat kwam vooral doordat Abraham met zijn spontane handelwijze de engelen een uitgelezen kans had geboden hun beloften van godswege uit te spreken: de belof-te van een kind en een toekomst die hemels mag heten.

Misschien maken wij met het zingen van slavisch-byzantijnse gezangen zo’n wonderlijke verhalen – weliswaar in het klein – in de diepste kennisregionen van onze religieus-bewogen toehoorders mogelijk. De vocale muziek nodigt uit tot overgave, zodat de gave van God – de ontmoeting die met geen woorden valt te omschrijven – werkelijkheid kan worden. Uiteraard ontsnapt die gave ook aan de controle van de zangers. Die gave Gods is immers niks anders dan de herschepping die door de werking van de Geest geschiedt. Maar dat het wel eens zover komt, mogen we gelukkig af en toe constateren. Wat zou het anders willen betekenen dat ettelijke minuten na de uitvoering – op het moment dat wij, zangers, de spanning wegbabbe-len aan het tafeltje met de cd’s – er nog een handvol mensen op hun kerkstoel vastgekluisterd blijven, de blik op oneindig? Volgens mij hebben die mensen de aangeboden stilte ‘gebruikt’ om ons in sferen van goddelijke ontmoeting ver voorbij te streven. Zij hebben de woordeloze afspraak niet gemist. Ze zijn als vierde persoon binnen de cirkel van de drie goddelijke per-sonen uit de icoon van Roeblov aanbeland.”

 

Het is jullie dus niet op de eerste plaats om de schoonheid van de byzantijnse ge-zangen te doen?

    “Schoonheid is subjectief en door opvoeding bepaald. Omdat we nu net de universele draagkracht van de religieuze muziek willen doen kennen, kan onze taak er niet in bestaan de geoefende oren van muziekkenners en koorfanaten te openen voor de harmonieuze klank van meerstemmige gezangen uit een vreemde cultuur. Wel hopen we de vonk, die wij koesteren en telkens weer regenereren bij een uitvoering, te doen overslaan bij het ruime publiek. Tus-sen zangers en publiek zindert in het beste geval een soort magie die als ontsluiter fungeert om de ruimte van het onuitsprekelijke geheim te leren kennen. Dat geheim is het mysterie waarvan we hoogstens kunnen zeggen dat het de gebruikelijke onrust van betekenisloze vragen uit het ondermaanse wegneemt.

In het verstilde hart van iemand die vrede vindt met zichzelf en de wereld rondom, opent zich een weg waarop een godservaring tot de mogelijkheden behoort. De sobere eenklank waarop we ons toeleggen bij de uitvoering, moet het hart van de toehoorder tot die verstilling brengen. De orthodoxe gelovigen spreken in dit verband van de ‘sobornost’ en de ‘sympho-nia’ bij de verkondiging van de Blijde Boodschap. Als je daarvan een aanschouwelijk beeld wilt, hoef je slechts de aanvangsminiatuur van het oudste handgeschreven evangeliarium – het Griekse manuscript van Rossano – te bekijken. De miniatuur toont de vier evangelisten die zich in een cirkel opstellen om het ene Woord wereldkundig te maken.”

 

Het Woord: jullie startvlak en motor…

    “Inderdaad. Anders dan de werkwijze van musici die alleen geïnteresseerd zijn in de hoogste graad van technische perfectie, leggen wij ons vooral toe op de muzikale vertolking van de inhoud van het Woord. De interpretatie van een partituur is naar ons aanvoelen pas bevredigend wanneer we het Woord recht hebben gedaan.

Dat uitgangspunt maakt ons werk er niet gemakkelijker op. Maar gelukkig kunnen we voor de getrouwe vertaling van het Kerkslavisch terugvallen op een aanzienlijke bibliotheek die Gospodi gedurende 25 jaar heeft opgebouwd, mede dankzij de vele nuttige tips die deskundi-gen zoals professor Voordeckers en professor Vincke – maar vooral ook de monniken van Chevetogne – ons aan de hand hebben gedaan. Tegenwoordig kun je natuurlijk veel materiaal downloaden van een gespecialiseerde Russische website, niet alleen vertalingen, ook comple-te partituren, maar we prefereren nog altijd het oude boek en het vergeelde blad papier waarop de liefde voor het Woord als het ware zichtbaar staat uitgeschreven. Die gevoeligheid transpo-neren naar een authentieke sound die het gebrek aan talenkennis bij de toehoorders ruim-schoots opvangt – dát beschouwen we als de missionaire opdracht van Gospodi. Als het goed is, spreken de sereniteit van het gezang en de met muziek omweven stilte overigens boekdelen van wat nergens ooit aan het notenpapier werd toevertrouwd.”

 

Dan kunnen we jullie maar beter in het kader van een live-optreden ontmoeten.

    “Gospodi pomiluj…”

Uit “Tertio”, 15 november 2006

Oud-Slavisch klinkt in jonge stemmen

Gospodi klinkt de lezer misschien nog bekend in de oren, maar klinken doet straks anders dan zeg maar twintig jaar geleden. Wat in 1982 begon als vier stemmen die Slavisch-Byzantijnse gezangen de wereld in stuurden, is inmiddels opgefrist. Een van de vier oud-Gospodistemmen zocht drie nieuwe mannen die hetzelfde beogen. Hun tijd is nu gekomen om de wereld te veroveren met deze gezangen.

Tom Heylen

De muziek voorbij

Overgrootvader speelde hoorn, viool en trompet, grootvader zong in een koor en de ouders doen dat nog steeds. Muziek is de drieëntwintigjarige Pieter Stevens dus allerminst onbekend. „Ooit waagde ik het klarinet te leren”, begint Pieter zijn muzikale loopbaan uit de doeken te doen. „Twee jaar hield ik het vol. Het bleek mijn ding niet.”

Op z’n twaalfde trok hij naar het Sint-Maarteninstituut in Aalst. Hij koos er voor de studierichting secretariaat en talen. In die school huisde sinds 1960 het befaamde koor Schola Cantorum Cantate Domino onder leiding van Michaël Ghijs. Hier bleek dat zang Pieter beter lag dan klarinet. „Ik zing nog altijd graag, zowel barokke muziek als polyfonie. Toch gaat mijn voorkeur uit naar religieuze muziek, omdat ik in dit genre meer ontdek dan alleen muziek.”

In die schooltijd werden de jongensstemmen ’s ochtends en ’s middags op de proef gesteld. Na zijn achttiende waren elke vrijdag- en zaterdagavond voorbehouden aan de zang. ‘s Zaterdagvoormiddags moest iedereen er zijn. Het voltallige koor repeteert dan tezamen. Maar aan alles komt een eind. Pieter: „Door mijn thesis in de godsdienstwetenschappen moest ik dit koor vaarwel zeggen, maar zingen doe ik nog altijd. Ik volg nog steeds zangles en sinds enige tijd maak ik deel uit van het kwartet Gospodi.”

Nieuwe bezetting

Gospodi werd geboren in 1982. Herman Elegast en Guido Cassiman maakten in de abdij van Chevetogne kennis met Slavisch-Byzantijnse gezangen en vonden dat die ook buiten de kloostermuren mochten klinken. Ze zochten nog twee kompanen en verzamelde de partituren van deze muziek. De Slavisch-Byzantijnse muziek trok de wijde wereld in. Gospodi produceerde verscheidene cd’s en verzorgde geregeld concerten in binnen- en buitenland.

Sinds 2005 werd de bezetting gewijzigd. Enkel Frederik Meireson (bas) overleefde de geschiedenis. „Ik kende Frederik nog van in het Schola Cantorum Cantate Domino. Hij zag in mij de geschikte alt, en vroeg ook Michaël Wittoek (tenor) en  Wenceslaus Mertens (bariton). De bezetting was weer compleet”, vervolgt Pieter. „Het was eigenlijk een bijna nieuwe start. De ervaring van de stichters is er nog, maar het nieuwe Gospodi zoekt naar een eigen sobere, intieme en tedere zangstijl.” Ze zingen zonder dirigent, waardoor elke uitvoering anders is.

Hoe studeren ze een lied in? „Eerst zorgen we dat de muziek door en door gekend is. Daarna wordt de tekst erop geplaatst. We zingen en blijven zingen, tot we alle vier merken dat het goed zit. Tekst en muziek moeten een deel van onszelf worden. Ik durf te zeggen dat het is zoals bij goede wijn die moet rijpen. Is de wijn nog niet goed, dan laten we hem rusten. Dit geldt ook voor nieuwe liederen die we instuderen. Zolang we niet tevreden zijn, laten we het rusten, weken of maanden, tot we voelen dat het misschien dan toch lukt.”

De liederen die Gospodi brengt horen thuis in de Russisch-orthodoxe liturgie. Het zijn veelal psalmen en gebeden in het Oud-Slavisch. „Een beetje te vergelijken met de gregoriaanse gezangen in de katholieke liturgie. Eenvoudige liederen die iedereen kan zingen, waarin de kracht van de woorden en de muziek tot uiting komt”, verwoordt de student theologie zijn eigen aanvoelen.

Die trouwens het geluk heeft zich te kunnen verdiepen in die orthodoxe traditie. Momenteel werkt Pieter Stevens aan een licentiaatsverhandeling over de liturgische theologie in de orthodoxe traditie. „Slavisch-Byzantijnse liederen zingen maakt die theologie voor mij meer begrijpelijk. Maar ook omgekeerd is het werken aan de scriptie een meerwaarde voor het zingen.”

Weet Gospodi wat Gospodi zingt en bidt? Worden de teksten bijvoorbeeld vertaald? „Oud-Slavisch is een dode taal, zoals het Latijn. De betekenis van de liederen kennen we. Het heeft echter ook iets teksten te zingen die niet je verstaat. Het maakt het onuitspreekbare aanwezig. Dit geeft een speciale sfeer als we zingen. Gospodi is ook bewust geen koor, slechts vier stemmen die de gezangen op een monastieke wijze uitvoeren.”

Kaarslicht

Deze sfeer is dus belangrijk. De vier mannen richten zich ook niet naar het publiek of naar de mensen in de kerk. Zij stellen zich op met hun gezichten naar elkaar met net voldoende licht om de partituren te kunnen lezen. In de rest van de ruimte zorgt uitsluitend kaarslicht voor de zichtbaarheid. „Zo proberen we ook buiten de liturgie een sfeer van stilte en gebed te scheppen. Dit gevoel is voor de ene gewoon een moment om tot rust te komen, voor de ander is God voelbaar aanwezig. Juist om die reden hoeft de tekst niet altijd verstaan te worden. Onze muziek is voor iedereen toegankelijk.”

Dankzij de hulp van slavisten zoals de professoren Vincke en Voordeckers bij de vertaling en interpretatie van de teksten, weten de zangers wat ze zingen. Ook door contacten met de Russisch-orthodoxe Kerk en iconografen verdiepen ze zich in deze traditie. Goede contacten met de abdij van Chevetogne waar ook liturgie volgens de oosterse Byzantijnse traditie wordt gevierd, doet hun repertorium almaar verder uitbreiden.

Uit “Kerk en Leven”, 11 oktober 2006

logo_radio1

logo

Beluister hier Jean-Luc Dehaene op Radio1 over Gospodi (NL)